Culturele organisaties starten 2023 met dieprode begrotingen
Gemeenten krijgen vanaf dit jaar € 300 miljoen extra indexatie van het kabinet om maatschappelijke en culturele organisaties te compenseren voor gestegen (energie)prijzen vanaf 2022. Voor zwembaden en amateursport is er een aparte regeling. Uit een rondgang van de Taskforce culturele en creatieve sector bij 19 grote en middelgrote gemeenten blijkt dat deze nog niet of nauwelijks wordt ingezet. Slechts een kwart van de bevraagde gemeenten heeft een energiecompensatieregeling. En de indexatie van subsidies over 2023 zit gemiddeld genomen nog slechts op 4,7%, bij een inflatiecijfer over 2022 van 10% (bron: CBS).
De Taskforce roept de Nederlandse gemeenten op om deze door het Rijk toegezegde gelden eensgezind en onmiddellijk in te zetten zoals ze bedoeld zijn: indexatie van subsidies op het niveau van de inflatie, compensatieregelingen voor de hele keten waar dat nodig is en geen gemeentelijke huurverhogingen doorvoeren die hoger zijn dan de indexatie. Een aantal gemeenten geeft al het goede voorbeeld.
Wat is er aan de hand?
Culturele organisaties worden zwaar getroffen door kostenstijgingen als gevolg van de energiecrisis, inflatie en een ontwrichte arbeidsmarkt. Zij kunnen deze prijsstijgingen nauwelijks opvangen, omdat ticketprijzen dikwijls al lang van tevoren zijn vastgelegd en omdat doorberekening aan het publiek en aan deelnemers van culturele activiteiten de toegankelijkheid ernstig kan belemmeren. De coronacrisis heeft bovendien de weerstandsvermogens zwaar aangetast. Er leek licht in deze financieel donkere tijden. De Rijksoverheid kondigde eind 2022 aan dat gemeenten 300 miljoen euro krijgen om maatschappelijke en culturele voorzieningen te compenseren voor prijsstijgingen, zoals energielasten. Echter, anders dan bij contractueel verbonden partijen (zoals zorgverleners), zijn gemeenten niet wettelijk verplicht deze compensatie één-op-één door te zetten naar culturele voorzieningen. Wat gemeenten doen, verschilt dan ook enorm, zo blijkt uit een rondgang door de Taskforce bij 19 grote en middelgrote gemeenten.
Lage indexatie en haperende energiecompensatie
Bij de onderzochte gemeenten varieert de indexatie van subsidies aan culturele instellingen tussen 2,9% en 7,2%. Daarmee zitten zij allemaal nog ruim onder het niveau van de inflatie, die 10% over 2022 bedraagt. Bij sommige gemeenten kunnen organisaties compensatie aanvragen als ze getroffen zijn door hard gestegen energiekosten. Maar veel gemeenten treuzelen nog. Zij wachten totdat duidelijk is hoe de prijscompensatie van het Rijk er precies uit komt te zien. Naar verwachting is dat pas aanstaande mei het geval, want dan stelt het Rijk definitief de loon- en prijscompensatie vast. Dat is voor veel culturele organisaties te laat: zij moeten in hun begrotingen nu keuzes maken over de invulling van het culturele seizoen.
Huurverhogingen
De financiële problemen verergeren doordat veel gemeenten huurverhogingen doorvoeren. Ook hierin zijn de verschillen groot: van 2,9% tot ruim 14%. Bij veruit de meeste onderzochte gemeenten wordt die huurverhoging bij lange na niet gecompenseerd door de eerdergenoemde indexatie van subsidies. Dit verschil gaat direct ten koste van de culturele programmering.
Dieprode begrotingen en grote verschillen
Veel culturele organisaties beginnen 2023 met een dieprode, niet sluitende begroting. Al zijn de verschillen groot. Organisaties die al in 2022 werden getroffen door hoge energieprijzen, krappe arbeidsmarkt en forse materiaalkosten kampen met grote financiële tekorten. De verschillen worden groter door de uiteenlopende wijze waarop gemeenten de prijscompensatie van het Rijk (en eerder coronagelden) doorzetten naar de culturele sector. Hier wreekt zich, telkens weer, het ontbreken van een wettelijke verplichting van gemeenten voor culturele taken.
Oproep aan gemeenten
De Taskforce roept gemeenten op om de door het Rijk in het vooruitzicht gestelde gelden nu in te zetten. Door hier nog langer mee te wachten komt de culturele programmering van 2023 onder druk. Dit is wat gemeenten moeten doen:
- Kondig op korte termijn een loon- en prijscompensatie aan die recht doe aan de nieuwe werkelijkheid en tenminste op het niveau ligt van de inflatie.
- Richt zo spoedig mogelijk compensatieregelingen in voor gestegen (energie)kosten. Neem ook de energiekosten over 2022 mee in de regeling. Laat organisaties zo snel weten op welke compensatie zij kunnen rekenen zodat zij doorkunnen met programmavoorbereidingen en de gehele keten van makers en zzp’ers kunnen inhuren en betalen.
- Pas geen huurverhogingen toe die hoger zijn dan de subsidie-indexatie, want dat gaat ten koste van culturele activiteiten.