Nieuws

De NAPK is teleurgesteld over het advies dat de Raad voor Cultuur op 11 april jl. aan minister Bussemaker stuurde inzake de inzet van €2 miljoen incidentele middelen ter verbetering van de arbeidsmarktpositie van kunstenaars.

De gezamenlijke werkgeversorganisaties, verenigd in de Federatie Cultuur, en Kunsten ’92 hadden gepleit voor een verdeling van het bedrag via de verschillende cultuurfondsen, om de honoraria van uitvoerenden en makers direct een impuls te geven. Hoewel dit door de Raad wordt genoemd in het advies, komt het niet terug in de aanbevelingen.

Over het geheel genomen is het advies erg gericht op de beeldende kunstsector en komt de eveneens schrijnende situatie in een groot deel van de podiumkunstensector nauwelijks naar voren, in voorbeelden noch in aanbevelingen. De aanbevelingen zijn in onze optiek te generiek en bieden geen concrete verlichting of verbetering voor de werkenden. Het ‘Deense model’ waar €600.000 aan besteed zou moeten worden is niet van toepassing voor podiumkunstenaars, en druist daarmee ook in tegen de afweging die de commissie zegt te hebben gemaakt `of de maatregel van toepassing kan zijn op alle scheppende en uitvoerende kunstenaars in de culturele sector’.

De NAPK dringt er nogmaals bij minister Bussemaker op aan om de beschikbare middelen via de cultuurfondsen rechtstreeks ten goede te laten komen aan makers en uitvoerenden, via indexatie van honoraria / loonkosten.

 

Terug naar Nieuws