
Het toezicht op culturele instellingen in Nederland moet beter en professioneler worden ingericht. Dat stelt de Raad voor Cultuur in een 23 september gepubliceerd advies aan het Ministerie van OCW.
Het rapport, getiteld Toezicht in de culturele sector: een kunst apart, bevat aanbevelingen voor zowel het ministerie als subsidieverstrekkers, brancheorganisaties, culturele instellingen en toezichthouders zelf.
Veel Raden van Toezicht in de sector vervullen zorgvuldig en adequaat hun rol. Maar zwaardere eisen uit samenleving en politiek maken dat hun werk uitdagender is geworden. “Het is goed dat er inmiddels meer aandacht is gekomen voor zaken als sociale veiligheid, fair pay en inhuur van zelfstandigen. Maar het is wel aan toezichthouder en directie om hier samen scherp op te blijven, ieder vanuit bewustzijn over de eigen rol.”, zegt Kristel Baele, voorzitter van de Raad voor Cultuur over het advies.
Professionaliseringsslag
Met name kleinere organisaties in de sector kampen met een tekort aan geschikte toezichthouders. Scholing, vergoeding en werving kan professioneler, zeker in vergelijking met andere semipublieke sectoren. Als je toezichthouders een vergoeding geeft, mag je ook meer kwaliteit verwachten en is het ook voor zelfstandigen aantrekkelijker om toezichthouder te worden. Concentratie van toezicht, waarbij meerdere organisaties samen één toezichtsorgaan hebben, is ook een optie. Verder moeten stimuleringssubsidies voor scholing van toezichthouders worden voortgezet, adviseert de raad.