Brancheverenigingen van podia (VSCD en VVP) en producenten (NAPK, VvNO en VVTP) hebben afspraken gemaakt over het verdelen van de financiële schade die is ontstaan door de abrupte sluiting in verband met corona. Voor de invulling van het komende culturele seizoen 20/21 zijn uitgangspunten geformuleerd. Om de sector overeind te houden, blijft steun van de overheid noodzakelijk.
Samen verantwoordelijk
De hele keten van podia, producenten en uitvoerenden wordt zwaar geraakt door de sluiting van schouwburgen, concertgebouwen en vlakke vloertheaters in verband met corona. Alle partijen hebben financiële schade en voor velen staat het voortbestaan onder druk. De afgelopen weken hebben brancheverenigingen van podia en producenten intensief samengewerkt om afspraken te maken over de verdeling van de schade door deze plotselinge sluiting en over de invulling van het aankomende seizoen. “Als verenigingen voelen wij ons samen verantwoordelijk. We zochten oplossingen die de bestaande keten zoveel mogelijk overeind houden. Podia en producenten hebben elkaar nodig. Zonder elkaar zijn we nergens,” aldus Gea Zantinge, voorzitter van de VSCD.
Onafhankelijke commissie
Vanwege de complexiteit van de situatie werd een onafhankelijke commissie gevraagd om de brancheverenigingen te adviseren. Deze ‘Commissie Coronaschade Podia en Producenten’ bestond uit Ila Kasem (voorzitter), Jan Sebel, Jolanda Hillebrand-Tijhuis, Jan van der Grinten en Henk Scholten. Zij hebben een advies opgesteld dat integraal door de besturen van de betrokken brancheverenigingen is overgenomen. Zantinge: “Het zijn heldere, collectieve afspraken en richtlijnen. Onze VSCD-leden staan hier welwillend tegenover. Echter, 50% van de podia geeft aan dit financieel nu niet te kunnen. Aanvullende steun vanuit de overheid is hierbij hard nodig.”
Bijdrage podia aan vrije theaterproducenten
Een van de conclusies van de commissie is dat alle partijen schade lijden. Echter de mate waarin verschilt. Zo is de situatie voor zowel de vrije (niet-gesubsidieerde) theaterproducenten en de makers die slechts werken met projectsubsidies zorgelijk, omdat zij niet in aanmerking komen voor enige compensatie van gemeentes, provincies en OCW. Daarom adviseert de commissie dat er een vergoeding komt van podia aan deze theaterproducenten via een vaste verdeelsleutel. Boris van der Ham, voorzitter van de Vereniging Vrije Theaterproducenten: “We zijn blij met deze regeling die de schade enigszins beperkt. Dat er juist nu vanuit de podia bereidwilligheid is om de schade samen te dragen, is mooi om te zien. Want ook veel podia hebben het zwaar.“ Dit wordt beaamd door Joachim Fleury, voorzitter van de NAPK: “Als rijksgesubsidieerde producenten ontvangen wij steun van OCW, maar zien dat veel podia niet geholpen worden. Vandaar dat onze leden geen schadevergoeding van de podia zullen ontvangen.”
Afspraken voor het seizoen 20/21
Het aankomende seizoen 20/21 wordt, met oog op verminderde toegestane zaalbezetting in de 1,5 meter situatie, in twee delen opgeknipt. Podia en producenten bespreken samen opnieuw de programmering van 1 september t/m 31 december 2020. De gemaakte afspraken voor de tweede helft van het seizoen, van 1 januari t/m 30 juni 2021, blijven conform eerdere afspraken staan. Uiterlijk op 1 oktober 2020 wordt bepaald of deze programmering kan doorgaan.
Signaal richting overheid
De commissie geeft verder aan dat de schade en de tekorten in de sector dusdanig zijn dat deze enkel zijn op te lossen met extra middelen vanuit het Rijk, gemeentes en provincies. De commissie roept op tot extra steun van vele miljoenen, boven op wat het Ministerie van OCW eerder ter beschikking stelde. De brancheverenigingen onderschrijven de oproep van de commissie en zullen gezamenlijk optrekken in de lobby richting centrale en lokale overheden. De podiumkunstensector heeft Minister Van Engelshoven reeds op de hoogte gebracht van de uitkomsten en verzocht om een gesprek.