Naar aanleiding van het eerste steunpakket voor de zwaar getroffen culturele sector, heeft de Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten een onderzoek gedaan onder haar leden. Wij waren met name benieuwd of de middelen worden ingezet voor het doorbetalen/compenseren van zzp’ers en hoe de najaarsprogrammering eruit ziet qua speelbeurten en verwachte inkomsten. Uit deze enquête kwamen de volgende cijfers:
• 78% van de NAPK leden heeft de steunmiddelen gebruikt om zzp’ers te compenseren in de periode 12 maart – 1 juni. Overigens ontvangen niet al onze leden rijkssubsidie.
• Men geeft aan 38% minder speelbeurten te hebben dit najaar.
• Men verwacht 49% minder inkomsten t.o.v. najaar 2019.
• Dit heeft als consequentie dat men 33% minder werknemers met tijdelijk dienstverband of zzp’ers in kan zetten t.o.v. de ‘normale’ situatie.
Deze uitkomsten geven aan dat een groot deel van de financiële steun in de culturele sector wel degelijk bij zzp’ers en werknemers met tijdelijke dienstverbanden terechtgekomen is. Wel wordt duidelijk dat dit najaar veel minder speelbeurten dan normaal zijn gepland (of ze doorgaan is dus nog niet eens zeker) en de inkomsten fors lager zijn dan begroot (49%). Dit heeft consequenties voor het aantal zzp’ers dat kan worden ingezet (33% minder dan normaal). Het toont ook aan dat het tweede steunpakket nodig is om de inzet van tijdelijke krachten in de sector te continueren om een te groot verlies van werkgelegenheid te voorkomen.
Aan de enquête werkten 80 podiumkunstenproducenten mee, dit is twee derde van het ledenbestand van NAPK. Het merendeel van deze leden ontvangt subsidie van de rijksoverheid, sommige alleen gemeentelijke of projectsubsidie. De uitkomsten zijn representatief voor ons (gesubsidieerde) deel van de sector, maar geven zeker geen volledig beeld van de situatie in de gehele podiumkunstensector.