Cultuur en media dragen 25,5 miljard euro (3,7 procent) bij aan de Nederlandse economie (bbp). Hun belang is daarmee iets kleiner dan die van de bouwnijverheid (4,1 procent) en ruim tweemaal zo groot als die van landbouw, bosbouw en visserij (1,6 procent). Dit gaat gepaard met een aandeel van 4,5 procent in de totale werkgelegenheid. Dat blijkt uit onlangs door het CBS gepresenteerde cijfers over 2015.
Op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap onderzocht het CBS voor het eerst de economische betekenis van de creatieve en culturele sector, vanuit een macro-economisch perspectief (een zogenaamde ‘satellietberekening’). Daaruit blijkt nu dat cultuur en media in 2015 samen 25,5 miljard euro (3,7 procent) bijdroegen aan de Nederlandse economie. Het totale aanbod van cultuur- en mediaproducten (binnenlandse productie, diensten en invoer) bedroeg 58,1 miljard euro. 4,64 miljard euro daarvan kwam van de podiumkunsten.
Bron: Theaterkrant